Zwarte eeuw
De pestepidemie had grote gevolgen voor Europa en voor de contacten van Europa met andere delen van de wereld. De economie die nogal gebloeid had sinds de dertiende eeuw, stortte volledig in. Ook op het platteland had de pest huisgehouden. Er waren geen boeren meer om het land te bebouwen. Na de pest kwam de hongersnood. De mensen waren zo vermoeid en teneer geslagen dat het zeer veel jaren kostte om de landbouw, de nijverheid en de handel weer een beetje op gang te krijgen. Vóór de pestepidemie had er in Europa een levendig contact bestaan met de islamitische wereld en die van het Verre Oosten. Na de epidemie was dat in één klap verdwenen. Het Mongoolse Rijk viel uiteen en in Azië vestigden de Chinezen hun Ming-dynastie. Maar die wereld bleef voor Europa gesloten, want de Chinezen waren ervan overtuigd dat de pest juist vanuit Europa in hun streken was beland. Dichterbij veroverde de Turkse Osman I een groot deel van de Arabische wereld en stichtte zijn Osmaanse Rijk. Ook daar gingen de grenzen dicht. In Europa was het verlies van zoveel mensen op alle fronten voelbaar. De hele veertiende eeuw bleef er een tekort aan arbeidskrachten, onderwijzers en lagere geestelijken die de ontredderde bevolking misschien hadden kunnen leiden. De Zwarte Dood liet een sfeer van angst en pessimisme achter. Maar ook van losbandigheid. Mensen stonden vijandiger tegenover elkaar dan vroeger. De solidariteit was weg. Pas in de vijftiende eeuw, toen er niemand meer leefde die de Zwarte Dood had ontmoet, kwam Europa weer tot leven.
|