De thuisbasis
een schild Het vaderland van de Vikingen is de onderkant van Scandinavië. Scandinavië bestaat uit: Denemarken, Noorwegen, Zweden, Finland en Lapland. Maar de vikingen woonde maar in Denemarken, Noorwegen en Zweden
In Scandinavië woonden de gewone boeren (die ook Vikingen werden genoemd). Deze boeren bouwden van hout en teer grote en kleine staafkerken. Scandinavië erg bosachtig gelukkig maar want hout is een van de levensmiddelen van de vikingen. Want ze maakten van alles van hout zoals :
1. boten 2. huizen ( plus nog wat andere dingen) 3. vuur 4. gereedschappen 5. handvatten voor gereedschap (zoals: mes of bijl) 6. schilden
Gezellig aan de maaltijd
Ook leefden er dieren in Scandinavië als rendieren. Het land schap is bergachting. In het vaderland waren dorpen en steden net als nu. In de winter waren de viking mannen ook thuis en gebruikte al de spullen die ze in de vorige zomer hadden geplunderd. Als de vikingen thuis waren dan maakte ze vaak boten zij waren ook de eerste die boten met zeilen hadden.

De drie thuislanden hadden alle drie andere grondsoorten
De drie viking landen Noorwegen
De boerderijen lagen op de smalle, vlakke kuststrook langs de fjorden (inhammen van de zee), die zich diep in het land insneden. Zweden
In dit land van meren en naaldwouden woonden de meeste mensen in de centrale en zuidelijke districten, waar akkerland was. Denemarken
Denemarken was laaggelegen. Om de groeiende bevolking te kunnen voeden werden bosgebieden gerooid voor de landbouw en de veeteelt.
|