Aanval
Op heel veel manieren probeerde men een kasteel te veroveren. Ze konden bijvoorbeeld het kastel omsingelen. De bewoners en de werknemers leden in die tijd enorme honger. Dit kwam omdat er meestal niemand meer naar buiten kon om voedsel te halen.
In sommige kastelen waren ondergrondse gangen waren gegraven. Via deze gangen konden de bewoners dan toch naar buiten om voedsel te halen. De omsingeling mislukte dan. Ze gingen dan over naar het volgende plan. Ze groeven dan van buitenaf tunnels tot onder de muren, zodat deze instortte. Ze noemde dit met een moeilijk woord ondermijning.
Ook konden de aanvallers nog proberen de muren te vernietigen met grote katapulten; reusachtige kruisbogen. Dat was een verrijdbaar houten toestel waarin een zware balk hing waarmee tegen de deur werd geramd, net zolang tot deze openbrak. Af en toe probeerde de aanvallers over de muren te klimmen. Hiervoor gebruikten ze stormladders. Dit was erg gevaarlijk. Er vielen meestal veel doden, omdat de verdedigers de ladders met stokken wegduwden. Of ze bekogelden de aanvallers met kokend water, hete teer en stenen. Soms gooiden ze zelfs met eten, om te laten zien dat ze in het kasteel zeker niet aan het verhongeren waren.
|