Ontstaan

De boeren kregen steeds beter gereedschap om het land te bewerken. IJzeren ploegen met wielen, hoefijzers voor de paarden en een trekspan. Door deze verbeteringen werd het voor de boeren minder zwaar en waren de oogsten veel groter. Er bleef zelfs voedsel over. Dat werd verkocht op de markt.

Maar ook kooplieden gingen bij elkaar. Zo ontstonden er steden. Er was niet veel handel aan het begin van de Middeleeuwen. De meeste boeren verbouwden hun eigen voedsel. Ook de kleding en de gereedschappen werden door de mensen zelf gemaakt. Alleen de dure en luxe goederen werden verhandeld.

Maar de arme mensen konden deze goederen niet betalen. Alleen de rijke kasteelheren en bestuurslieden hadden daar geld voor. In de winter lag zelfs de hele handel stil. De kooplieden trokken dan met hun handelswaar naar een veilige plaats. Dicht bij een kasteel was het redelijk veilig.

Vanaf de negende eeuw kwamen er steeds meer mensen in Nederland. Daardoor werd er ook meer gehandeld en kwam er dus ook meer verkeer. De handelaars moesten immers ook van de ene plaats naar de andere komen. De oude 'schuilplaatsen' voor handelaars groeiden uit tot echte steden.

Andere steden ontstonden door een gunstige ligging: Een hogere plaats langs een rivier, vlakbij de zee, of bij een kruising van handelswegen.
Ook in de buurt van een kasteel, klooster of kerk werd gebouwd.


 

winkeleeuw15
MENSEN
Ambachtsman_jpg-1
[De Middeleeuwen] [Intro] [2. Het kasteel] [3.  De boeren] [4. Het klooster] [5. De vikingen] [6. De pest] [7. De stad] [Ontstaan] [Stadsrechten] [Hoe zag de stad eruit] [De handel] [Stadsleven] [Het voedsel] [Schout] [De gilden] [Opleiding] [Gilden in Amsterdam] [Huizen van hout] [8. De kruistochten]